Het Meetjeslandse krekengebied behoort tot de mooiste toeristische trekpleisters van België. Naar het noorden ligt – vlakbij de grens met Nederland – Cadzand en Sluis op fietsafstand van de Roste Muis. De nabijheid van de zee zorgde doorheen de eeuwen ook voor de sporen daarvan: geulen en kreken. Ze ontstonden bij overstromingen die de turfputten uitschuurden in de vroege middeleeuwen. Andere bij dijkdoorbraken. Deze ontstonden dus vrij laat, na inpolderingen en het doorbreken van de aangelegde dijken op de zandruggen. Sommige kreken hebben nog altijd zilte karakteristieken.
In de middeleeuwen drong de zee diep en grillig door met havens in Brugge en Hulst. In Boekhoute (10 km verderop) leefden in 1900 nog altijd families van de garnaalvangst. Er vertrokken boten vanuit de haven naar zee. Maar door de verdere verzanding van de Braeckman en Het Zwin verdwenen de havens.
Nieuwe kreken onstonden toen in 1568 de tachtigjarige oorlog uitbrak en er bressen in de dijken werden geslagen om de vijand tegen te houden. Waar de dijken werden doorbroken ontstonden diepere wielen.
Het land werd door kreken en geulen met de zee verbonden en het zeewater stroomde tot diep landinwaarts. Getijden volgden een eigen patroon en groeven soms diep langs grachten en venen. Grote kreken zoals de Boerekreek ontstonden na grote stormvloeden. Na de oorlog werden dijken hersteld en de kreken bleven achter. Recent werden ze tot natuurgebieden verklaard. De fauna en flora van het krekengebied is bijzonder maar ook kwetsbaar. Zo worden er meer inspanningen geleverd om kreken met elkaar te verbinden om bijvoorbeeld de impact van droogte te verminderen. (Fotografie: Désiré Naessens)